Kolenwasserij jammer genoeg niet bij de definitieve 7 Most Endangered

donderdag, 15 maart 2018
VVIA
De bedreigde kolenwasserij

Op donderdag 15 maart 2018, even na 10u, bereikte ons van bij Europa Nostra het bericht dat de kolenwasserij van Beringen uiteindelijk niet opgenomen werd in de reeks van The 7 Most Endangered - de zeven meest bedreigde erfgoedsites in Europa.

Jammer, maar de kolenwasserij van Beringen, die als enige Belgische site voorkwam op de shortlist van 12, werd dus uiteindelijk niet weerhouden. Als we naar de definitieve lijst kijken, dan kunnen we deze beslissing enigszins gegrijpen - want de kolenwasserij was zo een beetje het rare en het lelijke eendje in de bijt.
Deze beslissing van Europa Nostra betekent echter geenszins dat het complex gered of niet meer bedreigd zou zijn.
Integendeel zelfs.
We moeten ons nog steeds verzetten tegen de bedenkelijke sloopbergunning die de provincie Limburg op 1 maart j.l. voor een groot deel van het gebouw afleverde.
Daartegen bestaat veel protest, niet alleen in Vlaanderen, maar ook door deskundigen uit tal van andere landen.

Het comité van verenigingen en burgers dat zich inzet voor het behoud van dit monumentale complex is uiteraard teleurgesteld, maar zal de strijd verder zetten.

naar ons vroeger dossier

Een uurtje nadat het bericht van Europa Nostra binnenkwam, verstuurde VVIA onderstaand persbericht
(U kunt dit ook als PDF downloaden om het verder te verspreiden)
 

Wat nu met de bedreigde kolenwasserij van Beringen ?

Jammer, maar de kolenwasserij van Beringen werd blijkbaar niet weerhouden voor definitieve lijst van The 7 Most Endangered - de zeven belangrijke maar meest bedreigde erfgoedsites in Europa.  Als we kijken naar het grote aantal dossiers dat vorig jaar ingediend werd, en het feit dat te midden van een reeks uitzonderlijke sites en gebouwen, dan was de opname van de kolenwasserij op de shortlist met 12 sites niet alleen een verrassing, maar vooral een duidelijke aanwijzing voor het bijzondere belang van het complex.

We hebben nu nog geen evaluatieverslag voor de redenen waarom de kolenwasserij niet bij de uiteindelijke selectie behouden bleef, maar uit de tijdens voorbije twee maanden ontvangen reacties en commentaren kunnen we toch al een paar conclusies proberen te distilleren

De opname op de Europese shortlist van The 7 Most Endangered had een signaal moeten zijn aan de verschillende overheden - om minstens een aantal stappen te zetten naar overleg, en het zoeken naar een erfgoedgerichte oplossing of compromis.
Die respons kwam er niet, integendeel.

Uit alle boodschappen bleek echter dat overleg met BE-Mine en LRM niet gewenst en zelfs niet mogelijk zou zijn - integendeel. De op de verschillende instellingen en organisaties uitgeoefende druk toonde aan dat er geen nood of behoefte daartoe gevoeld werd, of tot het aantrekken van aanvullende externe en/of Europese  deskundigheid.

Een tweede probleem dat tijdens voorbije maanden sterk aangevoeld werd is het totaal ontbreken van een sterk ‘Europees’ imago voor het Limburgs mijnpatrimonium.  

De Limburgse mijnbouwsites en initiatieven spelen weinig of geen rol in bestaande of in uitbouw zijnde netwerken rond industrieel en/of mijnbouw-erfgoed. Ze zijn buiten de provincie nauwelijks bekend. Met enkele uitzonderingen (bv net over de grens in Duitsland) is elders veelal onbekend dat er in Limburg zo’n belangrijk erfgoed beschermd is.
Dit gebrek aan bekendheid, goede ‘public relations’ kan binnen de behandeling van dit soort dossiers niet als een sterkte beschouwd worden. Op dat vlak is zeker werk aan de winkel – terwijl een sloping van een groot deel van de kolenwasserij zeker geen positieve invloed zal hebben.

Het industrieel erfgoed, en binnen dit werkveld een problematisch complex als de kolenwasserij, worden in Vlaanderen nog te zeer als van marginale waarde beschouwd - waar andere landen er trots mee uitpakken.

De Bassin Minier van Noord-Frankrijk (UNESCO werelderfgoed) kan niet uitpakken met sites als Beringen. In Essen, in het Zollverein (ook UNESCO werelderfgoed) betreurt men het vandaag dat men ooit al de installaties verwijderde uit hun kolenwasserij, waar ooit per dag 23.000 Ton steenkool verwerkt werd. Het gebouw werd echter wel bewaard en zelfs herbestemd.

Uit de boodschappen die, naar aanleiding van de opname op de shortlist, door  deskundigen uit verschillende Europese landen toegezonden werden, komt duidelijk naar voor welke unieke plaats de kolenwasserij van Beringen vandaag inneemt.
De kolenwasserij van Beringen is daarom méér dan een ‘Vlaams’ monument.
Door de aandacht die ze kreeg en op basis van vergelijkingen door deskundigen met de toestanden in andere landen, werd ze een ‘Europees’ monument.

Ons land sleept reeds de kwalijke reputatie mee door de afbraak (in 1960) van het Volkshuis van Horta in Brussel en van één van de eerste vermaarde betonconstructie in Europa, de Koninklijke Stapelhuizen in Antwerpen (1990). De sloping van een groot deel van de kolenwasserij van Beringen zal die reputatie zeker nog meer aantasten.

Door de Europese Commissie werd 2018 uitgeroepen tot Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. Een jaar waarin behoud, waardering, herbestemming en ontsluiting van alle vormen van erfgoed centraal zou moeten staan. Waarin de burger, van jong tot oud, zou moeten betrokken worden bij dat erfgoed. Het koesteren, zich er voor inzetten.

Dit is méér dan symbolisch, moet meer zijn dan ronkende verklaringen.

En precies bij de aanvang van dat Jaar blijkt dat er een slopingsvergunning afgeleverd wordt voor een gebouw dat net op de lijst van de 12 belangrijke en meest bedreigde erfgoedsites in Europa opgenomen werd. Verbazing op alle banken en bij alle erfgoedplatformen in Europa. Kan dat zo maar ? Mag dat zo maar ?
Op een gezonde wijze met erfgoed omgaan is iets anders.
Iets waarbij waarbij de achterliggende beslissingen niet voortborduren op besprekingen in achterkamertjes en informele vergaderingen. Iets waarbij de druk van de tegenstanders van behoud politiek en financieel niet sterker door weegt dan het belang van beschermd erfgoed.
Iets waarbij, wanneer het om zo’n belangrijke site gaat, in een Europese context zo ruim mogelijk expertise aangetrokken wordt, ook uit andere landen. Want in Vlaanderen is er maar één dergelijk complex en is daardoor de expertise om er mee om te gaan beperkt.
Het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed  wil precies dit soort grensoverschrijdende samenwerking aanmoedigen en mogelijk maken. Het uitwisselen van kennis, ervaringen en ideeën. Daarvoor werden in het kader van het Europees programma ‘Creative Europe’ en ook van een aantal andere subsidieprogramma’s speciale projectoproepen gelanceerd, met prioriteit op erfgoed. Herbestemmen van erfgoed, het onderzoek naar nieuwe technieken,… zijn enkele van de speerpunten bij deze oproepen.
Naar wij vernamen werd voor wat de kolenwasserij betreft voor geen enkele van deze mogelijkheden een kandidatuur of een dossier ingediend.

Wat houdt een bescherming eigenlijk in ?
In elk geval dat de eigenaar het goed in goede toestand moet onderhouden, ‘als een goed huisvader’. En ook dat hij het niet mag slopen, ook geen delen ervan, zonder een vereiste procedure te doorlopen – bv het opheffen of het aanpassen van het beschermingsbesluit. Dit kwam reeds vroeger ter sprake.

In juli 2013 verklaarde Minister Bourgeois in een brief dat hij de bescherming niet zou opheffen. “Ik ben overtuigd van de erfgoedwaarde van de mijnsite en van de daarvan deel uitmakende kolenwasserij in Beringen. In 1994 werd deze mijnsite immers als enige in de mijnstreek in Limburg in zijn totaliteit beschermd. De bescherming kwam er net omdat het mijnerfgoed deel uitmaakt van de identiteit van Limburg en zijn mijnverleden.
Na een doordachte overweging van alle elementen in dit bijzonder complexe dossier heb ik beslist niet in te gaan op de vraag tot declassering van de kolenwasserijen
(...)”

Terwijl we vandaag nog steeds op de website van Toerisme Limburg bij de voorstelling van de kolenwasserij - als attractiepunt voor de mijnregio - kunnen lezen “Dit gebouw is het grootste gebouw op de site en één van de laatste getuigen van de Belgische bovengrondse mijnbouwactiviteit” - verleende de provincie Limburg op 1 maart een o.i. erg betwistbare slopingsvergunning voor een groot deel van de als monument wettelijk beschermde kolenwasserij. Daarmee ging ze in tegen de sterk geargumenteerde weigering van de sloopvergunning door de stad Beringen.

Op onze webpagina www.industrieelerfgoed.be/wordt-kolenwasserij-Beringen-desondanks-gesloopt vindt U o.m. kopie van de brief van Minister Bourgeois (2013) en het volledige nota op basis waarvan de stad Beringen vorig jaar de sloopvergunning weigerde

Wat nu verder ?

De kolenwasserij werd in 1994 in zijn volledigheid, interieur en exterieur, inbegrip van alle technische installaties en uitrusting wettelijk beschermd als monument. De terechte vraag wordt daarom - zowel in Vlaanderen als daarbuiten - gesteld of een slopingsvergunning zomaar ‘en stoemmelings’ kan verleend worden. Als dit in Vlaanderen mogelijk is, dan krijgt ons erfgoedbeleid binnen Europa een nogmaals een zwaar prestigeverlies te incasseren.
We horen het al luiden, ‘in Vlaanderen zijn beschermde monumenten vogelvrij’…

Bij vrijwilligers en verenigingen, zowel in Beringen als daarbuiten, wordt de strijd niet opgegeven, en zullen alle (overtuigings)middelen ingezet worden om de kolenwasserij te redden.

  •  Vandaag wordt aan Minister Bourgeois alvast een petitielijst met 1135 handtekeningen toegezonden, waarin gepleit wordt voor het behoud van de kolenwasserij. Op deze petitie staan niet alleen handtekeningen van gewone burgers uit Limburg en de rest van Vlaanderen, maar ook van deskundigen, architecten, erfgoedzorgers en conservators uit tal van landen: Nederland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland, Polen, Portugal, Tsjechië, Zweden,... - zelfs uit de USA, Rusland en Japan kwamen reacties.
    Een medewerker van het Landschafsverband Rheinland schrijft in zijn commentaar “We are surprised by the intention to demolish part of the coal washing in Beringen. Within the Euregio, the mining area of the Beringen colliery is extraordinarily significant and unique from an international point of view due to its size, diversity and completeness of the preserved buildings. It is an outstanding testimony of the industrial mining history in the Euregio, which should not be touched and lost. In this way, we would like to express that the demolition of some of the coal laundry would affect the overall appearance of the site and affect the importance of the whole ensemble. We hope that you will strengthened by this statement from abroad to help that the coal washing plant in Beringen can be fully preserved”
  • April wordt, in het kader van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed, de industrieel erfgoed themamaand rond mijnen en metallurgie - omdat in april 1951 het EGKS-verdrag getekend werd (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal). Vanuit VVIA roepen wij alle mijnerfgoedverenigingen op om in de loop van die maand even aandacht te besteden aan de bedreiging van de kolenwasserij van Beringen – maar zullen we ook de aandacht vestigen op de hele mijnregio.
    Van 13 tot 15 april e.k. vindt in Beringen een bijeenkomst plaats over behoud en ontsluiting van mijnerfgoed in Europa. Daar nemen specialisten en belangstellenden aan deel uit verschillende Europese mijnregio’s. Deze bijeenkomst was reeds eerder gepland, maar krijgt in de huidige actualiteit uiteraard een bijzondere betekenis.
  • Tijdens de volgende weken en maanden zullen de verschillende betrokken organisaties uiteraard nagaan welke verdere stappen kunnen gezet worden. In het kader van de openbaarheid van bestuur zal inzage gevraagd worden in alle documenten en achtergronden die geleid hebben tot de recente beslissingen.

In elk geval, we zijn nog niet aan het einde van het verhaal…
 

in de pers