In memoriam Roland Wissels

dinsdag, 6 juni 2017
VVIA
Roland Wissels

Op 30 mei overleed in Bomal, nabij Durbuy, Roland Wissels (°11.02.1947).

Roland was een geëngageerde kunsthistoricus-volkskundige, die in 1971 afstudeerde met een scriptie over de Limburgse vakwerkhoeven.
Ik leerde hem als mede-Hasselaar tijdens mijn studiejaren aan de Gentse universiteit kennen. Een man met een rijke belangstelling voor cultuur, erfgoed, volkskunde en volksmuziek - waarvan je het onmiddellijk wist als hij achter de draaitafel van de Gentse studentenradio zat en de muzikale achtergrond in de studentenrestaurants presenteerde. Dan kwamen draailier en doedelzak uit de luidsprekers.
Hij was toen één van de bezielers van de herleving van de volksmuziek in die jaren, en nam zelfs met de Hasseltse groep ‘De Spelemannen’ een LP op in 1975. 
Roland had ook jenever in zijn bloed, want in 1920 had vader  Renier Wissels in het Hasseltse voorgeborchte ‘Runkst’ een ambachtelijke stokerij opgericht, die toen nog steeds door moeder Mia - én Roland - in ere gehouden werd.

Toen in 1973 de laatste volledige jeneverstokerij van Hasselt met sloop bedreigd werd, was Roland er dan ook als de kippen bij om zich achter de strijd voor behoud te scharen.
Toen in mei, op de eerste hoogdag van het Monumentenjaar 1975, via het agentschap Belga een (fake) persbericht verstuurd was dat vrijwilligers met de restauratie van het vervallen gebouw zouden starten, stonden alle journalisten en de BRT voor de (nog niet) beschermde stokerij Stellingwerff-Theunissen te wachten op wat er ging gebeuren, en waren ze niet op de receptie op het stadhuis. Roland met doedelzak voorop, leidde de vrijwilligers van de Tamera Stichting tot voor het pand ... waar ze met emmers en dweilen de ramen begonnen te kuisen. Een symbolische start van een restauratie, die het TV-nieuws haalde !

In de tweede helft van de jaren 1970 zou ik samen met Roland het Arrondissement Hasselt-Sint-Truiden doorkruisen voor de inventaris van het bouwkundig erfgoed, waarbij Roland zich vooral op de rijke vakwerkbouw toelegde, maar ook de gebouwen van vroegere stokerijen wist te vinden.
In 1980 werd de vzw Vrienden van het Nationaal Jenevermuseum opgericht, onder voorzitterschap van aromafabrikant Maurice Lecocq (1917-2006), en Roland zou zich voor 200% binnen die vzw engageren. Hij wist als geen ander collectiestukken op te sporen en voor de vzw binnen te halen, de verhalen van hoe hij oudere dames erfgenamen van stokers tot schenkingen wist te overtuigen waren al dra legendarisch... Geen wonder dat hij tot eerste conservator van het museum benoemd werd, eerst in een voorlopige opstelling in het Oud Hospitaal. Toen de restauratie van het pand in de Witte Nonnenstraat aangevat werd stond hij dagelijks op de werf om op de vingers van architect en aannemers te kijken. Het moest ‘goed-beter-best’ zijn.

Roland was geen theoreticus maar koppelde altijd theorie aan praktijk. Hij trok met VVIA mee naar het TICCIH-congres (1984) waar hij tijdens een morgenzitting het museum en het jenevererfgoed voorstelde, aan het einde van zijn lezing met een brede glimlach zei ‘and now the practice’ waarbij hij een paar flessen Hasseltse ‘Wissels’ van onder het spreekgestoelte te voorschijn toverde en begon te schenken ... in plastic cola-bekertjes. Het resultaat was navenant, de rest van de sessie verliep in de mist...

Roland was een 68'er met een uitgesproken engagement en mening, die hij ventileerde ook als die op dat ogenblik misschien beter niet geventileerd werd - maar een mening waar men best naar luisterde. Ik hoorde ooit een politicus zeggen dat niet alleen de spoorwegen last hadden met wissels...
Toen hij zijn functie in het jenevermuseum vaarwel zegde ging hij zich nog meer op de praktijk toeleggen, en werd hij een professionele jeneverstoker die de familietraditie verder zette. En een hoogstaand product afleverde - maar die, zoals veel geëngageerde 68'ers, weinig of geen oog had voor de cijfertjes ineen moeilijke markt. De stokerij ging failliet, werd overgenomen door Koen De Jans die (met de steun van Roland) het werk verder zette - maar ook de cijfertjes uit het oog verloor.

In 2005 kregen de overlevenden van de strijd voor het behoud van de jeneverstokerij, Roland Wissels, Jacques Collen, en ikzelf van de stad Hasselt een bronzen medaille opgespeld. Kunsthistoricus Louis Coolen was enkele jaren voordien overleden. We noemden het onze 'oudstrijdersmedaille'. De tijd van het samenzweren en -plannen in de kelderkeuken aan de Guffenslaan was tot de geschiedenis gaan behoren...
Alhoewel de afstand tussen Bomal en Kortrijk, de grootsteden waar twee Hasselaars respectievelijk verzeilden, groot was en de recente contacten zich tot een mailtje en wat communicatie via de virtuele wereld beperkte, ging met Roland een vriend en collega heen, een mede-oud-strijder, waar we veel herinneringen aan hebben, waar velen veel aan te danken hebben. Een man waar veel toog- en andere verhalen mee verbonden zijn. We zullen zijn engagement, zijn humor en zijn lach, en ook zijn kennis missen. Hasselt zal vooral iemand missen die er in slaagde om het jenever-erfgoed en de jenever als product terug op de toeristische en gastronomische kaart te zetten.

Aan zijn echtgenote Nicole, en zijn kinderen Liesbet en Robbrecht, bieden we ons medeleven aan.

Adriaan, 02.06.2017